Zo, na een aantal vergaderingen over ons jaarlijks weekend weg, op het laatst, door niet in de hand hebbende, maar zwaar klote omstandigheden toch besloten om naar de schoonouwelui van Jan te rijden net achter Parijs!!! Vorig jaar geleerd van route kaarten en Belgische bewegwijzering, dus ultra modern maar eens gecombineerd met een oude Shovel, dus Tom Tom op het stuur!
Ja, uit den boze voor sommige, maar je draait nu thuis ook géén singletjes meer, wast je kleren op een steen, of bel je met een touwtje ertussen!
Volgens afspraak was iedereen netjes op tijd, namelijk 6 uur!
Op rendezvous benzine pomp Antwerpen -Brussel. Op de heenweg naar vertrekpunt begon mijn harde staart al moeilijker te lopen en sputterde heftig bij 100 km/h. Nu had ik daags van te voren nog ff de carburateur gesteld dus het zal wel luchtregeling zijn.
Bij de pomp maar bijstellen. Op het ontmoetingspunt volgde de rest van het bonte gezelschap al snel, Iedereen vol bepakt en waar de één gekozen had voor nette waterdichte zakken met bagage-netjes had de andere weer zijn oog laten vallen op blauw flapperend bouwzeil en vrachtwagen spanbanden!
Na iedereen beklopt en gekust(!) te hebben; op weg.
Afspraak werd gemaakt omdat het toch wel ver was (631 km!) stukken van 2 uur te rijden en dan te tanken/roken/piesen/sleutelen!
Maar zoals de spreuk van de S.O.B. luidt:
“Een shovelrijder heeft nooit pech, hij doet slechts z’n onderhoud onderweg!”
Kwamen we niet verder dan zo’n 30 kilometer toen het eerste sleutelmomentje zijn intrede deed.
M’n harde staart had echt geen zin meer en Bas reed koppelingloos over de ring van Brussel!
Dus stoppen. Eerst Roken! Dan sleutelen, ik aan m’n carburateur stellen en Bas aan de koppelings kabel. Bij mij bleek het om een simpel condensatortje te gaan (na bougies en carb. te hebben vervangen). Goed oordeel van Jan V. te H.
Toen heeft Ger de Bakker Bas geholpen met koppelings tonnetje en de reis kon hervat worden en zowaar, het bleef rijden!
En het schoot nog op ook. Gekozen om geen tolwegen te pakken maar route nationale want tijd zat en als we ‘s avonds rond een uur of zeven aan de bbq zaten; iedereen blij.
Bij Olievlek begonnen de kilometers een beetje de tol te eisen en vondt het na zo’n kilometer of 450 wel genoeg. (Pieterke...)
Na een stevige peptalk van de rest (zoiets van: doorrijden, kut!) ging het weer verder. We moesten nog maar 170 km, dus 3 uurtjes, en dan eten en drinken!
Nog steeds vreemd die oude route nationale; gewoon een oude snelweg waar je 110 mag en dan plots huizen aan de rand van de weg met een opritje van 4 meter(!) die overgaat in een geasfalteerd b-weggetje en zo door de pitoreske dorpjes gaat waar de oude Franskes nog gewoon jeu de boules spelen.
En als je dan door zo’n dorpje rijdt trilt het heftig van 6 shovels met veul herrie. Super mooie route en van dorp naar dorp op wegen van 50 kilometer géén mens te zien en een prachtig uitzicht. (het Easy riders gevoel doordrong mijn aderen.)
Toen de moderne techniek zei “bestemming bereikt” zei Jan: Dis ut verkeerde dorpje, Kut! Bleek dat ik Chamoux had ingetypt i.p.v Chalmoux waar we naar toe moesten, dus er kwamen nog 241 km-tjes bij! (sorry).
Dus gas er op en ‘s avonds om half elf bereikten wij de echte eindbestemming!
Van s’morgen 6 tot s’avonds half elf (met enige pauzes en sleutel momentjes) had m’n kont en stuitje niet echt goed gedaan, en toen ik even snel een vinger door de bilspleet haalde en die er weer rood uitkwam wist ik het ineens : tis goed geweest zo!
Toen Vader en Moeder van Dian (schoonouders Jan V. te H.) begroet (ja, eerst handen gewassen!) Super vriendelijke mensen, en aan de barbeque en pilsje en een een of ander brouwsel van Knuckle geblust met een Portje.
Ja, dat hakte erin...
En toen Ik Ger de Bakker aan keek waren blikken genoeg (‘t is een gevoel, ken je niet uitlegge!) wij gingen ons mandje opzoeken.
Na de schoonmoeder lief aangekeken te hebben was de deal snel gemaakt; we mochten op zolder slapen dus tentje bleef op het stuur. Tegen iedereen gezegd dat de zolder stonk en bijna geen ruimte had, zodat we lekker konden slapen! Toen s’ochtends Olievlek ff kwam kijken en een zolder aantrof volledig netjes ingericht met 3 één persoons bedden en twee tweepersoons had hij één mening: Klootzakken!!!!
Ha, ha beetje leedvermaak doet een mens met een kater goed! Aangezien het plan was om die dag door te rijden naar de broer van Knuckle om daar te barbequen, toch maar ff overleg omdat Olievlek besloten had die dag richting huis te rijden om de reis in twee dagen te doen. Daar wij hem niet graag alleen lieten gaan in verband met eventuele pech gevallen, besloten Ger de Bakker en Ik mee te rijden, ook omdat ik het op m’n hardtailtje en m’n bates zadeltje ook nogal een slijtage slag vond (watje hé).
En m’n weke delen meer vrouwlijke vormen begonnen aan te nemen die in haar periode was! Dus na goed overleg (Altijd “with no hard feelings”) en een groepsfoto, afscheid genomen en onze terugreis ingezet.
We zouden rijden tot een uur of 5 en dan een slaapplaats zoeken. Maar dat laatste viel nogal tegen; niet elke campingeigenaar zit te wachten op 3 stinkende mannen met brommers die teveel herrie maken. Dus toen ging ik een rondje in het dorpje van 6 huizen en een kerk op verkenning en m’n oog viel op een huis in aanbouw. Compleet leeg, één nadeel; het huis ernaast werd bewoond en die goede man had een hobby, namelijk; het fokken van Argentijnse bull doggen die er toch wel groot uitzagen en meer herrie produceerden dan onze shovels.
Tegen Olievlek verteld wat hij moest vertalen en het verhaal werd: we zijn vanmorgen vroeg vertrokken, geen camping wil ons hebben en we hebben het gehad, maar dan op de vriendelijkste manier die Olievlek maar kon verzinnen.
In eerste instantie zag de Fransman dit niet zo zitten, maar toen Olievlek over motorrijden begon en de man bleek een MV Agusta Mille te bezitten, waren we het snel eens. Dit was een super motor en wat voor motor je ook reed we waren allemaal bikers!
Dat brak het ijs (gek, bij 35ºC. In de volle zon). Hij liep weg en kwam vervolgens terug met de sleutel van het werkelijk splinternieuwe huis, pas gestuukt, marmeren vloertje, kortom; best acceptabel. Motors voorbij de “Honden linie” gezet (voor sommige een hele taak) en ik de stoute schoenen aangetrokken en rechtstreeks op de hond afgelopen die het meeste herrie produceerde.
Eenmaal binnen het bereik van de Bull (een ketting waar we normaal onze brommer aan op slot leggen) bedacht ik of dit wel een wijs besluit was, maar ook ik kijk de” Dog wisperer” dus liep gewoon door, terwijl hij toch wel heel boos blaffend op me afkwam.
Ik heb het initiatief maar genomen en hem z’n gang laten gaan en na enkele seconden had ik er weer een relatie bij, want ik kon hem gewoon aaien en op z’n kop slaan (zachtjes dan, hé). Dit had de eigenaar ook niet verwacht volgens mij! Dus bij deze, mijn vooroordeel over Fransen zijn volledig van de baan, want goeie zijn er echt!! Daar het Olievlek z’n verjaardag was, nam hij ons mee uit eten en we genoten van de Franse keuken (weinig, klef,geen groente, mayonaise groot probleem, stervens duur!) kortom; waar zit er hier een Mac? Maar Olievlek trakteerde dus de rekening van € 135,- deed Ger en mij weinig (Thanks Mate!)
Toen op weg naar het dorpsfeest dat één keer per jaar werd gegeven en wij waren de hoofdgasten van de avond (hadden wij besloten!)
Het eerste wat Ger de Bakker zei: da’s iets aparts! Muziek uit de efteling, lange tafels met zult etende mensen die verdacht veel op elkaar leken! (neefjes en nichtjes die toch met elkaar getrouwd zijn), kortom Franse Rednecks zijn er ook! Daar we door sommige toch wel vreemd aan gekeken werden (omdat we er anders uitzagen,onbetaald bier dronken,naar de mooie vrouwen gekeken te hebben, ja, die ene!) Het knalfeest verlaten en ons betrekkelijk arm onderkomen opgezocht. In het donker leken de Argetijnse bull doggen nog groter, dus stil en slapen! Maar niet nadat we Olievlek z’n kadoo hadden overhandigd: een lichtkogel uit 1939 met een zijden parachute (helemaal gek van oorlogs spul, die Olievlek)
Doordat z’n gezicht zwart was van de vliegen en uitlaatgassen zagen we nog net één traantje uit z’n linker ooghoek komen (echte bikers janken óók) Hij vond hem mooi.
Nou genoeg gemauwd, slapen kut!
‘s Ochtends vroeg wakker doordat het huis geen gordijnen had (slecht geregeld hoor!) en om klokslag 7 uur op de brommer.
Jezus, wat maken die dingen een herrie als je om 7 uur door die kleine dorpjes rijdt! Eerst maar eens de snelweg zien te bereiken.
Toen de oprit naar de snelweg bleek afgesloten, werd de keuze door Ger snel gemaakt: borden aan de kant en er omheen de snelweg op, wel zo makkelijk met invoegen zo’n lege snelweg! Via Nancy- Luxemburg richting huis. Onderweg nog contact gehad met een ander groepje; zij waren ‘s morgens vertrokken en daar ging alles goed en reden stukken van 200 km, dus we zaten al ter hoogte van Verdun en dat schoot ook lekker op.
Toen ik in m’n spiegel keek waren Ger de Bakker en Olievlek niet meer te zien.
Toen ik stopte kwam Olievlek na een tijdje geluidloos voorbij en riep: Belt, Belt, Belt!!!!
Daar ik niet gebeld werd kon het maar één ding betekenen: primaire belt gebroken. Dus ik Olievlek naar de afrit geduwd en op een verlaten afritje de primaire deksel eraf gehaald en een nieuwe belt erop (ja, die heeft ie gewoon bij zich!). Daarbij vielen alle lagertjes eruit, dus met het nog aanwezige vet alles terug gebouwd en binnen een half uur weer op huis aan. Das pas een pitstop, Kut! Bij Antwerpen Olievlek gedag gezegd want hij reed over Bergen op Zoom, en de Bakker en Ik over Hazeldonk. Daar aangekomen nog een kilometer of 5 file waar we tussendoor moesten.
Tien minuten later weer veilig in de achtertuin aan een koud juupke met heavy tobacco; kortom goed, gezellig,lache,lekker gereden weekend, volgend jaar zeker weer, maar 1910 kilometers in drie dagen op een hardtail gaat ut niet meer worden, Jonge!!! Daar word je kont niet vrolijk van!
Greetz and Keep the old iron running!
Staalborstel